schroom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schroom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schroom -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

schroom m [2]

  1. aarzeling gepaard gaande met gêne
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
schromen

schroom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schromen
    • Ik schroom. 
  2. gebiedende wijs van schromen
    • Schroom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schromen
    • Schroom je? 

Gangbaarheid

  • Het woord schroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.