haasje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking

haas·je

Zelfstandig naamwoord

haasje haasje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord haas
  2. het slachtoffer
Synoniemen

[2] de dupe, de klos, de lul, de piel, de pineut, de pisang, de sigaar, de sjaak, het strandpaaltje

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.