grap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grap
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kwinkslag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1761 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grap | grappen |
verkleinwoord | grapje | grapjes |
Zelfstandig naamwoord
grap m
- verhaal dat of handeling die erop gericht is om de lachlust op te wekken
- Hij haalde een kostelijke grap uit.
Hyponiemen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grappen |
grap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grappen
- Ik grap.
- gebiedende wijs van grappen
- Grap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grappen
- Grap je?
Gangbaarheid
- Het woord grap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grap' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.