plaisanterie
Nederlands
Woordafbreking
- plai·san·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans plaisanterie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plaisanterie | plaisanterieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
plaisanterie v
- Als antwoord op verderfelijke verschijnselen in de buitenwereld schenkt Lanoye de lezer een plaisanterie, vooral door middel van rake vergelijkingen en tomeloze overdrijvingen. [2]
- (muziek) vrolijk klinkende overgang in een suite
Gangbaarheid
- Het woord 'plaisanterie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plaisanterie' herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
- Geluid: plaisanterie (hulp, bestand)
- IPA: /plɛzɑ̃tʁi/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.