joke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  joke    (hulp, bestand)
  • IPA: /dʒok/
Woordafbreking
  • joke
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘grap’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • van Engels joke [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord joke jokes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

joke m

  1. uiting of handeling die erop gericht is mensen aan het lachen te maken
  2. (figuurlijk) iets wat niet serieus kan worden genomen, iets belachelijks
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'joke' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
joke jokes

Zelfstandig naamwoord

joke

  1. mop
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.