gneis
Nederlands
Woordafbreking
- gneis
Woordherkomst en -opbouw
Van Duits Gneis, Middelhoogduits gneist (vonk), Oudhoogduits gneisto (vonk).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gneis | gneisen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gneis m/o
- Polijsten van de gneis.
Vertalingen
1. een metamorf gesteente met verschillend gekleurde banden of aders
|
|
Gangbaarheid
- Het woord gneis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gneis' herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.