gezindheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geĀ·zindĀ·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezindheid gezindheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

gezindheid v

  1. wat je ergens van vindt, innerlijke houding
    • Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. (Grondwet Artikel 1) 
Synoniemen
  1. confessie, houding, inzicht, overtuiging, richting
Hyponiemen
  • offergezindheid, staatsgezindheid

Gangbaarheid

  • Het woord gezindheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.