confessie
Nederlands
Woordafbreking
- con·fes·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘belijdenis’ voor het eerst aangetroffen in 1300 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | confessie | confessies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
confessie v
- erkenning iets verkeerd gedaan te hebben meestal in de godsdienstige zin van het woord
- Een schuldbelijdenis of confessie van zonden is een erkentenis dat men iets gedaan heeft wat men niet had behoren te doen.
- geloofsbelijdenis of het geloof zelf
- Hij heeft geen confessie, hij heeft geen godsdienst.
Gangbaarheid
- Het woord confessie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'confessie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.