overtuiging
Nederlands
Woordafbreking
- over·tui·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van overtuigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overtuiging | overtuigingen |
verkleinwoord | overtuiginkje | overtuiginkjes |
Zelfstandig naamwoord
overtuiging v
- een sterke mening of geloof
- Ik ben van overtuiging dat ik gelijk heb.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1. een sterke mening of geloof
|
Gangbaarheid
- Het woord overtuiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overtuiging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.