generatief
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ne·ra·tief
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geslachtelijk, voortbrengend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van generatie met het achtervoegsel -ief [2]
- afgeleid van het Franse génératif of daarvoor van het Latijnse 'generativus'
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | generatief | generatiever | generatiefst |
verbogen | generatieve | generatievere | generatiefste |
partitief | generatiefs | generatievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
generatief [3]
- geslachtelijk
- het vermogen tot groei en voortplanting in zich hebbend, voortbrengend
Antoniemen
- [1] vegetatief
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- [2] generatieve fonologie, generatieve grammatica, generatieve semantiek
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord generatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'generatief' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.