geleerde
Nederlands
Woordafbreking
- ge·leer·de
Zelfstandig naamwoord
geleerde v/m
- iemand die onderricht en bekwaam is in een bepaalde tak van de wetenschap
- Tijdens een plechtige zitting kregen vier geleerden een eredoctoraat uitgereikt.
Verwante begrippen
- erudiet, geletterde, veelweter
Hyponiemen
- atoomgeleerde, boekgeleerde, islamgeleerde, kamergeleerde, kerngeleerde, rechtsgeleerde, schrijftafelgeleerde, studeerkamergeleerde, taalgeleerde, wetgeleerde, zeergeleerde
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
geleren |
geleerde
- enkelvoud verleden tijd van geleren
- Ik geleerde.
- Jij geleerde.
- Hij, zij, het geleerde.
- Ik geleerde.
Gangbaarheid
- Het woord geleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geleerde' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.