geleerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·leer·den

Zelfstandig naamwoord

geleerden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geleerde

Werkwoord

vervoeging van
geleren

geleerden

  1. meervoud verleden tijd van geleren
    • Wij geleerden. 
    • Jullie geleerden. 
    • Zij geleerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.