kamergeleerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·mer·ge·leer·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kamergeleerde kamergeleerden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

kamergeleerde m

  1. (wetenschap) een theoreticus, iemand die zeer geleerd is maar niets van de praktijk weet
    • De Grote Russische wiskundige en kamergeleerde Gregori Perelman weigert één miljoen dollar van de Clay Mathematic Institute, omdat hij vindt dat zijn Amerikaanse collega Richard Hamilton de prijs verdiend heeft. 

Gangbaarheid

  • Het woord kamergeleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.