garant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·rant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord garant garanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

garant m [2]

  1. borg, waarborg
  2. borgsteller
Afgeleide begrippen
  • garantie, garantsteller, garantstelling, garantverklaring
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord garant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.