gareren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gareren
gareerde
gegareerd
zwak -d volledig

Werkwoord

gareren

  1. op een zijspoor brengen, in de garage brengen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'gareren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.