garantie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  garantie    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ɣa'rɑn(t)si/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣa'rɑnsi/
Woordafbreking
  • ga·ran·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘waarborg’ voor het eerst aangetroffen in 1700 [1]
  • afgeleid van garant met het achtervoegsel -ie
  • afgeleid van het Franse 'garantie' (met het achtervoegsel -antie) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord garantie garanties
verkleinwoord garantietje garantietjes

Zelfstandig naamwoord

garantie v

  1. een verklaring waarin men verklaart voor bepaalde gevolgen in te staan
    • Hij gaf hem de garantie dat alle schade vergoed zou worden. 
Hyponiemen
  • fabrieksgarantie
  • gemeentegarantie
  • huis'-garantie
  • huurgarantie
  • hypotheekgarantie
  • inkomensgarantie
  • inschrijvingsgarantie
  • kapitaalgarantie
  • koersgarantie
  • kredietgarantie
  • kwaliteitsgarantie
  • laagsteprijsgarantie
  • nieuwwaardegarantie
  • overheidsgarantie
  • prijsgarantie
  • rentegarantie
  • servicegarantie
  • spaargarantie
  • staatsgarantie
  • terugkeergarantie
  • uitvoeringsgarantie
  • veiligheidsgarantie
  • volumegarantie
  • werkgarantie
  • werkgelegenheidsgarantie
  • wisselgarantie
Afgeleide begrippen
  • garantie-uren
  • garantieaandeel
  • garantiebaan
  • garantiebeding
  • garantiebedrag
  • garantiebepaling
  • garantiebewijs
  • garantiebrief
  • garantiecertificaat
  • garantiecontract
  • garantiefonds
  • garantiehouder
  • garantiehuur
  • garantiekaart
  • garantiekapitaal
  • garantiekrediet
  • garantieloon
  • garantiemachinist
  • garantieperiode
  • garantieprijs
  • garantieregeling
  • garantiesalaris
  • garantieservice
  • garantiestelsel
  • garantiestelling
  • garantiesubsidie
  • garantietekst
  • garantietermijn
  • garantietijd
  • garantieverdrag
  • garantieverklaring
  • garantievermogen
  • garantieverplichting
  • garantievoorwaarde
  • garantiewaarde
  • garantiewoning
  • garantiezegel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord garantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.