warrant
Nederlands
Woordafbreking
- war·rant
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘volmacht’ voor het eerst aangetroffen in 1684 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | warrant | warrants |
verkleinwoord | - | - |
Afgeleide begrippen
- warrantsysteem
Gangbaarheid
- Het woord warrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'warrant' herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.