erve

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erve    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛrvə/
Woordafbreking
  • er·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erve erven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

erve m / v (meestal gebruikt in meervoudsvorm)

  1. (verouderd) iemand die iets ontvangt dat een overleden persoon nalaat
enkelvoud meervoud
naamwoord erve erven
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als onzijdig zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

erve o

  1. (verouderd) boerderij met de grond eromheen (meestal als deel van een boerderijnaam)
enkelvoud meervoud
naamwoord erve -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als plantennaam.

Zelfstandig naamwoord

erve v / m

  1. (plantkunde) naam voor de linzenwikke Vicia

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vervoeging van
erven

erve

  1. aanvoegende wijs van erven
enkelvoud meervoud
naamwoord erve erven
verkleinwoord - -
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord erve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het werkwoord erven met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
nominatief erveerven
genitief ervenerven
datief erveerven
accusatief erveerven

Zelfstandig naamwoord

erve

  1. m erfgenaam
  2. o erf, erfdeel
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.