erfgenaam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • erf·ge·naam
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘op wie een nalatenschap overgaat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1284 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord erfgenaam erfgenamen
verkleinwoord erfgenaampje erfgenaampjes

Zelfstandig naamwoord

erfgenaam [2] m

  1. man die andermans bezittingen of titel(s) erft
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord erfgenaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.