erfpacht
Nederlands
Woordafbreking
- erf·pacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van erf ww en pacht zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfpacht | erfpachten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
erfpacht v / m
- (juridisch) pacht waarvan de duur niet aan het leven van de pachter verbonden is en die op diens erfgenamen overgaat
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. overerfbare, langdurige of eeuwige pacht
Gangbaarheid
- Het woord erfpacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'erfpacht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.