entiteit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ti·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het wezenlijke’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Afgeleid van het Middeleeuwslatijns entitas, van het Latijnse tegenwoordig deelwoord esse, "zijn" + met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud meervoud
naamwoord entiteit entiteiten
verkleinwoord entiteitje entiteitjes

Zelfstandig naamwoord

entiteit v

  1. iets wat wezenlijk bestaat
  2. (informatica) een mens, dier of ding waaraan men eigenschappen kan toekennen (attributen) en waarvan deze informatie kan worden opgeslagen b.v. in tabellen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
  • archiefwezen
  • bankwezen
  • beurswezen
  • bibliotheekwezen
  • reclamewezen
  • telefoonwezen
  • telegraafwezen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord entiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.