eland
![](../I/m/Bigbullmoose.jpg)
Elandstier
Nederlands
Woordafbreking
- eland
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1456 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eland | elanden |
verkleinwoord | elandje | elandjes |
Zelfstandig naamwoord
eland m
- (zoogdieren) Alces alces
, een groot hert uit de poolstreken met een opvallend groot en breed vertakt gewei
- In Canada worden elanden vaak aangereden omdat ze over de weg heen lopen.
Vertalingen
1. een groot hert uit de poolstreken met een opvallend groot en breed vertakt gewei
Gangbaarheid
- Het woord eland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eland' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.