ante

Niet te verwarren met: ante-

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ante    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑntə/
Woordafbreking
  • an·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ante anten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ante v / m [2]

  1. (bouwkunde) platte, hoekige pilaster

Gangbaarheid

  • Het woord ante staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Latijn

Voorzetsel

ăntĕ + accusatief

  1. voor
  1. «Hannibal ante portas!»
    Hannibal voor de poorten!
Hyponiemen
  • ex ante
Afgeleide begrippen


Noors

Woordafbreking
  • an·te

Bijvoeglijk naamwoord

ante, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ane

ante, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ane

ante, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van ane

Werkwoord

ante

  1. verleden tijd van ant


Nynorsk

Woordafbreking
  • an·te

Bijvoeglijk naamwoord

ante, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van ane

ante, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van ane

ante, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van ane
Synoniemen

Werkwoord

ante

  1. verleden tijd van ant
Synoniemen


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈan.te/
Woordafbreking
  • an·te
enkelvoud meervoud
ante antes

Zelfstandig naamwoord

ante m

  1. (dierkunde) eland
  2. suède
Synoniemen

Voorzetsel

ante

  1. voor, tegenover, ten overstaan van
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.