elk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛlk/
Woordafbreking
  • elk
naamwoord
onverbogen elk
verbogen elke
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]

Onbepaald voornaamwoord

elk

  1. alle afzonderlijk
    • Je kunt niet op elke slak zout leggen. 
  1. elke mens
    • Melk is goed voor elk. 
  1. geeft aan dat een telwoord als verdelingsgetal bedoeld is
    • Hij gaf de kinderen twee appels elk. 
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord elk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
elk elk

Zelfstandig naamwoord

elk

  1. (zoogdieren) (Brits) eland
  2. (zoogdieren) wapiti
  1. «We saw two elk at the edge of the woods.»
    We zagen twee elanden bij de rand van het woud.
Synoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.