elk
Nederlands
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onbepaald voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
Onbepaald voornaamwoord
elk
- alle afzonderlijk
- Je kunt niet op elke slak zout leggen.
- elke mens
- Melk is goed voor elk.
- geeft aan dat een telwoord als verdelingsgetal bedoeld is
- Hij gaf de kinderen twee appels elk.
Uitdrukkingen en gezegden
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord elk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'elk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
elk
- (zoogdieren) (Brits) eland
- (zoogdieren) wapiti
- «We saw two elk at the edge of the woods.»
- We zagen twee elanden bij de rand van het woud.
- «We saw two elk at the edge of the woods.»
Synoniemen
- [1] (Amerikaans) moose
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.