eksistens

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / εgsiˈsdεnˀs /
Woordafbreking
  • ek·si·stens
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord existentia, dat van het Latijnse werkwoord eksistere
  • Deens zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel eks-
Naar frequentie 6025
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksistens     eksistensen     eksistenser     eksistenserne  
genitief   eksistens     eksistensens     eksistensers     eksistensernes  

Zelfstandig naamwoord

eksistens, g

  1. existentie, voorkomen, zijn
  2. bestaan, leven
  3. (pejoratief) figuur, individu
Afgeleide begrippen
  • [1]: eksistentialisme
  • [1]: eksistentialist
  • [1]: eksistentialistisk
  • [1]: eksistentiel
  • [1]: eksistere
  • [2]: eksistensgrundlag
  • [2]: eksistenskamp
  • [2]: eksistensminimum
  • [2]: eksistensmulighed
  • [2]: eksistensvilkår


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / əksɪˈstens /
Woordafbreking
  • ek·si·stens
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord existentia, dat van het Latijnse werkwoord eksistere
  • Noors zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel eks-
Naar frequentie 6025
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksistens     eksistensen     eksistenser     eksistensene  
genitief   eksistens     eksistensens     eksistensers     eksistensenes  

Zelfstandig naamwoord

eksistens, m

  1. existentie, voorkomen, zijn
  2. bestaan, leven, levensvoorwaarden
Synoniemen
  • {2]: liv
  • {2]: livsvilkår
  • {2]: tilværelse
  • {2]: utkomme
Afgeleide begrippen
  • [1]: eksistensberettigelse
  • [1]: eksistensfilosof
  • [1]: eksistensgrunnlag
  • [1]: eksistensialisme
  • [1]: eksistensialist
  • [1]: eksistensialistisk
  • [1]: eksistensiell
  • [1]: preeksistens
  • [2]: eksistensminimum
  • [2]: eksistensmulighet
  • [2]: koeksistens
  • [2]: sameksistens


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / əksɪˈstens /
Woordafbreking
  • ek·si·stens
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord existentia, dat van het Latijnse werkwoord eksistere
  • Nynnorsk zelfstandig naamwoord met het voorvoegsel eks-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksistens     eksistensen     eksistensar     eksistensane  

Zelfstandig naamwoord

eksistens, m

  1. existentie, voorkomen, zijn
  2. bestaan, leven, levensvoorwaarden
Synoniemen
  • {2]: liv
  • {2]: livsvilkår
  • {2]: tilvære
Afgeleide begrippen
  • [1]: eksistensfilosofi
  • [1]: eksistensgrunnlag
  • [1]: eksistensialisme
  • [1]: eksistensialist
  • [1]: eksistensialistisk
  • [1]: eksistensiell
  • [1]: preeksistens
  • [2]: eksistensminimum
  • [2]: eksistensrett
  • [2]: sameksistens
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.