eekhoorn

Een Eurazische eekhoorn.
[2] nachtvlinder Stauropus Stauropus fagi

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eekhoorn    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈekhɔrən/; /ˈekˌhɔːrn/
Woordafbreking
  • eek·hoorn
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘knaagdier’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • (erfwoord): Naast eekhoren; volksetymologisch vervormd uit Middelnederlands eecoren, ecorn, ontwikkeld uit Oergermaans *aikwernan-, aanpassing aan oudere nom. *aikwur, gen. *īkuraz, wijzend op een geredupliceerde Indo-Europese wortel (nom.) *h₂éi-h₂ur, (gen.) *h₂i-h₂urós.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord eekhoorn eekhoorns
verkleinwoord eekhoorntje eekhoorntjes

Zelfstandig naamwoord

eekhoorn m

  1. Sciurus vulgaris (dierkunde), (knaagdieren) een klein knaagdier met lange pluimige staart dat vooral in bomen leeft
    • De eekhoorn is van veel kinderen het lievelingsdier. 
    • Voordat mijn vrouw kan genieten van de noten van onze notenboom, heeft de eekhoorn ze al gestolen. 
  1. Stauropus (Stauropus) soort nachtvlinder
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eekhoorn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.