ecoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ecoloog    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˌe.ko.ˈloχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌe.ko.ˈlox/
Woordafbreking
  • eco·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • met het voorvoegsel eco- met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord ecoloog ecologen
verkleinwoord ecoloogje ecoloogjes

Zelfstandig naamwoord

ecoloog m

  1. (beroep) een wetenschapper die het samenspel tussen organismen onderling en hun relatie met hun omgeving bestudeert
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ecoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.