dynamiek
Nederlands
Woordafbreking
- dy·na·miek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuwkracht’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dynamiek | dynamieken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dynamiek v
- bewogenheid, vaart
- De werknemers konden de dynamiek van het management niet meer bijbenen, waardoor het ziekteverzuim schrikbarend toenam.
- (muziek) gebruik van wisselingen in geluidssterkte
- De enorme dynamiek van een symfonieorkest kan natuurlijk nooit worden afgespeeld met een mp3-spelertje.
Hyponiemen
- frequentiedynamiek
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dynamiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dynamiek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.