ziekteverzuim

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ziek·te·ver·zuim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekteverzuim
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ziekteverzuim o

  1. de mate waarin werknemers van een bedrijf niet op het werk verschijnen op grond van hun gezondheidstoestand
    • De griepepidemie heeft het ziekteverzuim flink doen stijgen. 

Gangbaarheid

  • Het woord ziekteverzuim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.