driehonderdzestig
Nederlands
0 | 3 | 6 | 0 |
driehonderdzestig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- drie·hon·derd·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van driehonderd ht en zestig ht
Hoofdtelwoord
driehonderdzestig
- "360", het getal tussen driehonderdnegenenvijftig en driehonderdeenenzestig, driehonderd plus zestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen driehonderdzestig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer driehonderdzestig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- driehonderdzestigste
hooftelwoorden samengesteld met "driehonderdzestig" ht als linkerdeel
- driehonderdzestigduizend
Vertalingen
1. het getal 360
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehonderdzestig | driehonderdzestigs |
verkleinwoord | driehonderdzestigje | driehonderdzestigjes |
Zelfstandig naamwoord
driehonderdzestig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 360 is aangeduid
- Als jij driehonderdzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
driehonderdzestig mv
- groep van 360 eenheden
- Die driehonderdzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'driehonderdzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.