doorgang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorgang doorgangen
verkleinwoord doorgangetje doorgangetjes

Zelfstandig naamwoord

doorgang m

  1. opening waar men doorheen kan gaan
    • In een deel van deze heuvels moest zich een doorgang bevinden die naar de Vallei der Dwaasheid leidde. [2] 
  1. gelegenheid door te gaan
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • doorgangshoogte, doorgangshuis, doorgangskamp, doorgangspost, doorgangsweg
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doorgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.