donna

Niet te verwarren met: Donna

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  donna    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɔna/
Woordafbreking
  • don·na
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord donna donna's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

donna v

  1. respectvolle aanduiding voor een vrouw
    • Nee, hij had geen loopjongen gezien: niet van 'n kruidenier en niet van andere winkeliers, niet van de slager en niet van de bakker. En toch had donna Manuela hem gezien, heel goed gezien, terwijl hij de gang uit rende, achter de dief aan. [3]
Uitdrukkingen en gezegden
  • la donna è mobile
    de vrouw is wispelturig (aria uit Rigoletto )
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord donna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

vervoeging van
donner

donna

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van donner

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid:  donna    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɔnna/
Woordafbreking
  • don·na
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
donna donne

donna v

  1. (biologie) vrouw
  2. (schaak) koningin, dame
  3. (kaartspel) koningin, dame, vrouw
Synoniemen
Verwante begrippen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.