doden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doden    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈdo.də(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈdo.də(n)/
Woordafbreking
  • do·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doden
doodde
gedood
zwak -d volledig

Werkwoord

doden

  1. overgankelijk van het leven beroven, vermoorden
    • De vrouw werd op koelbloedige wijze gedood. 
  1. de tijd doden: iets doen om je niet te vervelen
    • In de wachtkamer van de arts liggen tijdschriften om de tijd te doden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

doden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dode

Gangbaarheid

  • Het woord doden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.