doder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·der
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van doden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord doder doders
verkleinwoord dodertje dodertjes

Zelfstandig naamwoord

doder m

  1. iemand die een levend wezen doodmaakt
    • De doder van het dier werd gearresteerd. 

Bijvoeglijk naamwoord

doder

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dood

Gangbaarheid

  • Het woord doder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.