didymium

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  didymium    (hulp, bestand)
  • IPA: /diˈdimijʏm/
Woordafbreking
  • di·dy·mi·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord didymium -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

didymium o

  1. (scheikunde) scheikundige stof, ontdekt in 1841 en beschouwd als element met symbool Di totdat het in 1885 een mengsel van twee nieuwe elementen, neodymium en praseodymium, bleek te zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'didymium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Engels

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

didymium

  1. (scheikunde) didymium

Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • (neologisme), gevormd uit Oudgrieks δίδυμος (dídumos) "tweeling-, deel van een paar" met het achtervoegsel -ium; naam gekozen door de Zweedse scheikundige C.G. Mosander toen hij in 1841 een nieuw element ontdekt dacht te hebben dat altijd samen met lanthaan voorkwam[1]

Zelfstandig naamwoord

didymium o

  1. (scheikunde) didymium
Overerving en ontlening

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.