demograaf
Nederlands
Woordafbreking
- de·mo·graaf
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beschrijver van volkeren’ voor het eerst aangetroffen in 1953 [1]
- met het voorvoegsel demo- en met het achtervoegsel -graaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demograaf | demografen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
demograaf m
- (beroep) iemand die studie verricht naar de samenstelling van de bevolking naar bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, nationaliteit, etniciteit en/of beroep
- Volgens demograaf Bernard Salt kleven er duidelijke gevaren aan de 'smartphone-verslaving'. [2]
Gangbaarheid
- Het woord demograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'demograaf' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.