leeftijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leef·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord leeftijd leeftijden
verkleinwoord leeftijdje leeftijdjes

Zelfstandig naamwoord

leeftijd m

  1. de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren
    • Wat is uw leeftijd? Ik ben vijftig jaar oud. 
  1. een bepaald tijdstip in iemands leven
    • Die man daar is van middelbare leeftijd. 
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Gemiddelde leeftijd.

Hyponiemen
  • kleuterleeftijd, mensenleeftijd, minimumleeftijd
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord leeftijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.