cukr

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tsʋkr̩/
  • Geluid:  audio    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cu·kr
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse woord Zucker.

Zelfstandig naamwoord

cukr m onbezield

  1. suiker; oplosbare zoetstof hoofdzakelijk verkregen uit suikerbieten en suikerriet.
  2. (scheikunde) suiker, koolhydraat
  3. (medisch) (spreektaal) suikerspiegel, bloedsuikerspiegel, bloedglucosespiegel, glykemie.
Verbuiging
Synoniemen
  1. -
  2. sacharóza v
  3. glukosemie v, glykemie v, krevní cukr m onbezield
Hyperoniemen
  • sladidlo o
  • živina v
Afgeleide begrippen
  • cukerný
  • cukrárna v
  • cukrář m bezield
  • cukrátko o
  • cukrblik m onbezield
  • cukrkandl m onbezield
  • cukrouš m
  • cukrovar m onbezield
  • cukrovat
  • cukroví o
  • cukrovka v
  • cukrový
  • cukřenka v
  • cukříček m onbezield
  • cukřík m onbezield
  • cukýrek m onbezield
  • pocukřit
Typische woordcombinaties
  • bez cukru
  • hladina cukru
  • hroznový cukr
  • krystalový cukr
  • moučkový cukr
  • ovocný cukr
  • posypat cukrem
  • řepný cukr
  • s cukrem
  • třtinový cukr
Verwante begrippen
  • cukrářka v
  • cukrovinka v

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.