crediteur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cre·di·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crediteur crediteuren
crediteurs
verkleinwoord crediteurtje crediteurtjes

Zelfstandig naamwoord

crediteur m

  1. (boekhouding) iemand aan wie iemand iets (meestal geld) verschuldigd is
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
  • medecrediteur
Afgeleide begrippen
  • crediteurenadministratie, crediteurenbank, crediteurenbestand, crediteurenfactuur, crediteurengegevens, crediteurenland, crediteurenlijst, crediteurennummer, crediteurenportefeuille, crediteurenvergadering, crediteurstaat
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord crediteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.