contra

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
  • van het Latijnse cŏntrā (tegen, tegenover) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord contra contra's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

contra v / m / o

  1. contrarevolutionair
    • in de jaren 1980 is het zelfstandig naamwoord contra ‘opstandeling in Nicaragua’ opgekomen 
  1. argumenten tegen de geponeerde stelling
    • In de discussie kwamen alle pro's en contra's ter sprake. 

Voorzetsel

  1. tegen [3]
    • Hij is weer eens contraproductief bezig. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord contra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Voorzetsel

cŏntrā + accusatief

  1. tegen, tegenover
  1. «Contra Imperium Romanum.»
    Tegenover het Romeinse Rijk.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.