contra
Nederlands
Woordafbreking
- con·tra
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
- van het Latijnse cŏntrā (tegen, tegenover) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contra | contra's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
contra v / m / o
- in de jaren 1980 is het zelfstandig naamwoord contra ‘opstandeling in Nicaragua’ opgekomen
- argumenten tegen de geponeerde stelling
- In de discussie kwamen alle pro's en contra's ter sprake.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord contra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'contra' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.