chocolade
Nederlands
![](../I/m/Chocolate.jpg)
Chocolade
Uitspraak
- Geluid: chocolade (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˌʃo.ko.ˈla.də/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌʃɔko.ˈla.də/
- (Limburg): /ˌʃo.ko.ˈla.də/
Woordafbreking
- cho·co·la·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘drank uit cacao, versnapering’ voor het eerst aangetroffen in 1679 [1]
- Waarschijnlijk afgeleid van het Nahuatl xocolātl of chocolatl. Dakin en Wichmann (2000) opperen dat het deel chocol- verwijst naar een speciale houten stok die traditioneel gebruikt wordt bij de bereiding en stellen dat dit is afgeleid van het Nahuatl-dialectwoord chicolātl [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chocolade | chocolades |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
chocolade m
- - De chocolade is alweer op.
- - Het jaar begon niet zo goed voor cacao. De prijs ervan zakt naar 2914,5 dollar (2669,69 euro) per ton (op donderdag 14 januari). Dat is zo’n 400 dollar minder dan de gemiddelde prijs in december. Maar betekent dat dan ook dat chocolade goedkoper wordt? En zit er nou wel of niet een chocoladetekort aan te komen? [3]
Hyponiemen
- couverturechocolade, fondantchocolade, kamelenchocolade, melkchocolade, poederchocolade
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
|
Verwante begrippen
Spreekwoorden
Ergens geen chocolade van kunnen maken
- Ergens geen wijs uit kunnen worden.
Vertalingen
1. een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
Gangbaarheid
- Het woord chocolade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chocolade' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.