chocoladehoer

• Geluid:  chocoladehoer    (hulp, bestand)
• IPA: / ʃokoˈladəˌhur /

• cho·co·la·de·hoer

• samenstelling van  chocolade zn  en  hoer zn  rond de Eerste Wereldoorlog in België gevormd naar voorbeeld van Duits Chocolademädchen [1]

chocoladehoer v

1. (scheldwoord) een vrouw die voor een onbeduidende vergoeding seks heeft met mannen

1. • Een heel anders gerichte verrassing kwam van het woord chocoladehoer, zijnde een „prostituee die dit bedrijf niet als beroep uitoefent." Maar: hoe kan het nou een bedrijf zijn als het om „chocolade" begonnen is? [2]

• breezersletje
• chocoladesnol

• Het woord 'chocoladehoer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.