chagrijnig
Nederlands
Woordafbreking
- cha·grij·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | chagrijnig | chagrijniger | chagrijnigst |
verbogen | chagrijnige | chagrijnigere | chagrijnigste |
partitief | chagrijnigs | chagrijnigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
chagrijnig
- in slechte stemming, slecht gehumeurd, snel boos
- In de file wordt hij altijd chagrijnig.
- Hij was door kiespijn heel chagrijnig.
Afgeleide begrippen
- chagrijnigheid
Vertalingen
1. in slechte stemming, slecht gehumeurd
Gangbaarheid
- Het woord chagrijnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'chagrijnig' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.