knorrig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knor·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van knorren met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen knorrigknorrigerknorrigst
verbogen knorrigeknorrigereknorrigste
partitief knorrigsknorrigers-

Bijvoeglijk naamwoord

knorrig

  1. chagrijnig, ontevreden, altijd aan het knorren
    • De oude brombeer was vandaag weer eens in een knorrige bui. 

Gangbaarheid

  • Het woord knorrig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.