bruinvis
Nederlands
Woordafbreking
- bruin·vis
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘walvisachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1343 [1]
- samenstelling van bruin en vis [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bruinvis | bruinvissen |
verkleinwoord | bruinvisje | bruinvisjes |
Vertalingen
1. Phocoena phocoena, kleine donkere tandwalvis
Gangbaarheid
- Het woord bruinvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bruinvis' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.