broccoli

broccoli

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  broccoli    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrɔkɔlɪ/
Woordafbreking
  • broc·co·li
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘Italiaanse bloemkool’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1800 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord broccoli broccoli's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

broccoli m

  1. (groente) groentesoort verwant aan de bloemkool
    • Broccoli staat bij kinderen bekend als een vieze groente. 
    • „Je hebt zo’n acht broccolitelers in Nederland, maar toch zie ik in de winkel bijna alleen maar Spaanse broccoli. Ik kan vlees kopen in de supermarkt waarvan ik geen idee heb waar het vandaan komt en hoe het gemaakt wordt.”[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord broccoli staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

broccoli

  1. broccoli


Italiaans

Zelfstandig naamwoord

broccoli m

  1. meervoud van broccolo


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

broccoli g

  1. broccoli
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.