breedsprakig
Nederlands
Woordafbreking
- breed·spra·kig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | breedsprakig | breedsprakiger | breedsprakigst |
verbogen | breedsprakige | breedsprakigere | breedsprakigste |
partitief | breedsprakigs | breedsprakigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
breedsprakig
- heel veel woorden kunnen gebruiken tijdens het spreken
- Na een kwartier had de breedsprakige man nog steeds niet verteld wat nu eigenlijk de bedoeling was.
Gangbaarheid
- Het woord breedsprakig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'breedsprakig' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.