breedvoerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • breed·voe·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van breed en de stam van voeren met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen breedvoerigbreedvoerigerbreedvoerigst
verbogen breedvoerigebreedvoerigerebreedvoerigste
partitief breedvoerigsbreedvoerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

breedvoerig

  1. tijd en ruimte nemend om alle kanten uitgebreid te bezien
    • Hij heeft daarover een breedvoerige verhandeling geschreven. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • breedvoerigheid
Vertalingen

Bijwoord

breedvoerig

  1. op breedvoerige wijze
    • De kundige Schryver van dezelve, die zich onder de zinspreuk: Tendimus ad coelestem Patriam, verbergt, is de eerste, die dit onderwerp bepaald en breedvoerig behandelt.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord breedvoerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. breedvoerig op website: Etymologiebank.nl
  2. Brieven over verscheide onderwerpen. Deel 3
    Rhijnvis Feith 1787
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.