bijnaam

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·naam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijnaam bijnamen
verkleinwoord bijnaampje bijnaampjes

Zelfstandig naamwoord

bijnaam m

  1. een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak
    • Er zijn vele bekende Nederlanders met een bijnaam, zoals "de kromme". 
    • "De Zwaan" is een bekende bijnaam voor de Erasmusbrug. 
    • Bijnamen werden in het verleden gebruikt op personen uniek te kunnen benoemen om en zijn de oorsprong van de familienamen.[1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Sofie Lemaire; interview met Prof. Magda Devos, Universiteit Gent. Bijnamen in De wereld van Sofie (radio). Radio 1. VRT (8 januari 2019) Geraadpleegd op 2019-01-08 "Familienaam, een erfelijk geworden bijnaam"
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.