bijnaam
Nederlands
Woordafbreking
- bij·naam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij vw en naam zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijnaam | bijnamen |
verkleinwoord | bijnaampje | bijnaampjes |
Zelfstandig naamwoord
bijnaam m
- een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak
- Er zijn vele bekende Nederlanders met een bijnaam, zoals "de kromme".
- "De Zwaan" is een bekende bijnaam voor de Erasmusbrug.
- Bijnamen werden in het verleden gebruikt op personen uniek te kunnen benoemen om en zijn de oorsprong van de familienamen.[1]
Vertalingen
1. een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak
|
|
Gangbaarheid
- Het woord bijnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijnaam' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Sofie Lemaire; interview met Prof. Magda Devos, Universiteit Gent. Bijnamen in De wereld van Sofie (radio). Radio 1. VRT (8 januari 2019) Geraadpleegd op 2019-01-08 "Familienaam, een erfelijk geworden bijnaam"
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.