bijkomstigheid
Nederlands
Woordafbreking
- bij·kom·stig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bijkomstig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijkomstigheid | bijkomstigheden |
verkleinwoord | bijkomstigheidje | bijkomstigheidjes |
Zelfstandig naamwoord
bijkomstigheid v
- toevallige omstandigheid
- Een aangename bijkomstigheid is dat de afgravingen dicht bij zee liggen.
- een niet zo belangrijke omstandigheid
- Leerlingen van de middelbare school willen vooral hun vrienden en vriendinnetjes zien op school, de studie zelf is voor de meesten maar een bijzaak.
Gangbaarheid
- Het woord bijkomstigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijkomstigheid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.